De weg banen tussen Antwerpen en Turnhout
De verhalen van een bijzondere steenweg
Samen met Stad Antwerpen en Erfgoed Voorkempen tonen we je graag het hart en de ziel van een bijzondere steenweg! Op zondag 10 september staat Open Monumentendag in teken van immaterieel erfgoed: met hart en ziel. Wat is er levendiger dan de steenweg die Antwerpen en de Kempen verbindt, waar mensen, tradities en ook monumenten constant in transitie zijn? Doorheen de tijd veranderde het tracé van de weg, het landschap errond, de huizen en hun bewoners … maar de baan die bleef en hield iets vast van al deze verhalen.
Het programma in de Noorderkempen:
Alle activiteiten langs de steenweg:
Je vindt alle activiteiten uit stad Antwerpen, de districten Borgerhout en Deurne, gemeenten Wijnegem, Schilde, Zoersel, Malle, Beerse, Vosselaar en stad Turnhout ook op de online kaart en in de brochure:
Op de online kaart vindt je alle activiteiten plus extra informatie zoals interessante weetjes, anekdotes en geschiedenis. Je vindt er ook een suggestie voor een fietsroute langs de fietsknooppunten en de bushaltes van De Lijn 410, die langs de hele steenweg rijdt.
Een stukje geschiedenis
De aanleg van het laatste stuk tussen Oostmalle en Turnhout had destijds heel wat voeten in de aarde. Het arrondissement Turnhout was alleen bereikbaar via zandige, kronkelende wegen. Heel wat hindernissen moesten ontweken worden: opgehoopte zandduinen, vennen, moerassen en bossen. In 1817 schreef de onder-prefect in een brief naar de gemeenten dat de aanleg van de weg “de 100.000 inwoners zou onttrekken aan de vergetelheid waarin de ligging van hun streek hen had gedompeld.”
Al tussen 1784 en 1788 maakten de landmeters P. Stijnen en C.J. Everaert de ‘caerten’ voor de weg naar Turnhout. In de oorspronkelijke plannen liep het tracé meer ‘recht’, van de kerk van Schilde naar die van Zoersel en Vlimmeren. Vooral Westmalle maakte daar bezwaar tegen. De plannen werden daarom aangepast: de steenweg zou niet meer langs de kerken van Vlimmeren, Beerse en Vosselaar lopen.
Het duurde tot eind 1821, onder het bewind van het Koninkrijk der Nederlanden, voordat de steenweg volledig voltooid was. Ter verfraaiing werden langs beide kanten van de weg ook bomen geplant. Schrijver Stijn Streuvels omschreef dit gedeelte van de baan als ‘het mooiste’ wat hij op zijn Kempense tocht zag.