Wim Tiri werkt als vrijwilliger in ons onroerenderfgoeddepot. Hij onderzocht vondsten van de opgraving aan de Jacobsmarkt in Turnhout en vertelt je meer over de voormalige papierfabriek Glénisson.
Opgraving Jacobsmarkt
In 2009 liep het archeologisch onderzoek op de site ‘Jacobsmarkt’ aan de Warandestraat. Hier produceerde tot eind 1899 papierfabriek en drukkerij Glénisson. Van deze fabriek kon nagenoeg het volledige grondplan vrijgelegd worden. Samen met deze gebouwen werden een aantal afvalkuilen met grote kommen teruggevonden; kommen die gebruikt werden om verschillende verfkleuren te mengen.
Beginnen bij Brepols
J.E. Glénisson is geboren in 1808 in het Duitse Keeken. Hij begon als bediende te werken in de fabriek van zijn oom P.J. Brepols. Van Genechten, geboren in 1809, werkte eveneens in de Brepolsfabriek.
Toen Glénissons oom in 1833 een verbond aanging met zijn schoonzoon Dierckx, zag Glénisson zijn kansen slinken om aan de top van het bedrijf te komen. Als reactie hierop begon hij samen met Van Genechten een eigen bedrijf in de toenmalige Hofstraat (nu R. Sniedersstraat). Net als de Brepolsfabriek maakten ze kerkboeken, sierpapier, speelkaarten, kinder- en lithografische prenten. In 1837 verhuisden ze hun bedrijf naar de Warandestraat.
Het bedrijf telde in 1841 een tachtigtal arbeiders, zes jaar later was het aantal arbeiders verdubbeld. Tijdens deze jaren heerste er een grote concurrentie tussen beide ondernemingen.
Papierfabriek en drukkerij Glénisson
In 1855 werd het bedrijf Glénisson en Van Genechten ontbonden en richtten beiden elk hun eigen bedrijf op. Glénisson bleef in de fabriek aan de Warandestraat. Net als alle andere Turnhoutse drukkers vervaardigde Glénisson kinderprenten, boeken en speelkaarten.
Glénisson stierf in 1890 en liet de fabriek over aan zijn twee zonen. Gustaaf trok zich echter uit de zaak terug en begon een luciferfabriek in Herentals. De tweede zoon Eduard volgde zijn vader op. Vanaf dan kende de fabriek harde tijden waarbij het aantal werknemers drastisch daalde. Op 31 december 1899 sloot het bedrijf definitief zijn deuren. De overgebleven stock werd overgelaten aan Van Genechten. De arbeiders en het materieel werden overgenomen door Brepols.
Vetpotten en melkteilen
De onderzochte (afval)kuilen konden door hun opvallende inhoud direct gekoppeld worden aan de productie van verf nodig voor het inkleuren van prenten. Eén van de onderzochte kuilen (S013) had een vulling van donkerzwart zand met veel baksteen- en dakpanfragmenten en een grote hoeveelheid schervenmateriaal. Deze waren hoofdzakelijk afkomstig van vetpotten en melkteilen. Opvallend zijn de aangekoekte verfresten op de wanden van deze voorwerpen. Een tweede kuil (S014) bestond haast volledig uit verschillende kleurbrokken gaande van wit, rood tot blauw. Van elke kleur afzonderlijk werden tijdens de opgravingen stalen genomen voor verder onderzoek. Deze tweede kuil bevatte weinig schervenmateriaal.
[ngg src=”galleries” ids=”3″ display=”basic_imagebrowser”]
Opvallend zijn het groot aantal melkteilen. Dit zijn lage kommen op een standring met een gietsneb die vooral gebruikt worden om melk in te bewaren en/of te ontromen. Door hun vorm zijn deze melkteilen uitermate geschikt om kleurbereidingen in te maken. Verder zijn er vele fragmenten gevonden van diepe potten met twee zware verticaal aangezette worstoren
Veel scherven hebben nog resten van groene, gele, blauwe en rode verf. Meteen ook de hoofdkleuren voor het inkleuren van speelkaarten en kinderprenten. De kommen dateren uit het midden van de 19e eeuw.
Voor meer info:
http://historischedrukkerij.be/onewebmedia/Mannekensbladen_website.pdf
https://www.wopc.co.uk/blogs/kenlodge/belgian-cards-introduction