Intro
Langs de Grote Baan in Ravels staat een pittoresk ogend huisje, piekfijn onderhouden en door de decoratieve gevels, het sierlijke hekwerk en de kleurrijke glasramen een fleurig gegeven in de straat. “Ik ben eigenlijk heel trots om in het mooiste huis van Ravels te wonen. En ik ben ook zeker niet de enige die dat vindt,” vertelt eigenaar Gilbert. De villa bleef altijd in dezelfde familie. Gilbert is heel gehecht aan het huis en herinnert zich nog goed de keren dat hij hier in zijn jonge jaren op bezoek kwam. 25 Jaar geleden kwam hij zelf in het huis wonen. “Toen hebben we het huis laten restaureren en hebben we een keuken laten aanbouwen, maar verder hebben we er nooit iets aan veranderd.”
Invloeden uit Engeland
“In Retie staat een gelijkaardig huis van dezelfde architect,” weet Gilbert. Hij heeft het over villa De Santhoef, die net als de villa in Ravels duidelijk geïnspireerd werd op de Engelse cottages, maar die intussen jammer genoeg verdwenen is. Beide villa’s werden ontworpen door architect René De Vel. De zogenaamde cottagestijl komt in onze contreien sporadisch voor en werd meestal toegepast op landhuizen en buitenverblijven in een landelijke omgeving. Vooral in Arendonk, Hoogstraten en Turnhout staan nog verschillende markante voorbeelden met erfgoedwaarde.
René De Vel moet zelf ook best trots geweest zijn op zijn realisatie, getuige zijn signatuur op één van de hekpijlers aan de inkom van de woning. De hoge puntgevel, het breed overkragende schilddak en de opvallende schoorsteen geven de villa een monumentaal karakter. Voor het ontwerp van de villa werd duidelijk veel aandacht besteed aan detaillering en traditionele technieken. De geometrische vormen en de onregelmatige plattegrond duiden dan weer op invloeden van de art deco.
De gevels van de villa en van het achterliggende bijgebouw werden verlevendigd met imitatievakwerk en siermetselwerk in verschillende kleuren baksteen. De puntgevel van de villa kreeg verder nog een ingewerkte bloembak, een erker onder een leien dakje en een balkon met een houten borstwering. De speels in- en uitspringende gevelelementen zorgen voor reliëf in de gevel en ook de afgeschuinde hoeken zijn geaccentueerd door gecementeerde hoekstenen en uitstekend metselwerk. De inkom ligt verdiept in de gevel en wordt gekenmerkt door een deur met een opvallend octogonaal bovenlicht met verschillende kleuren glas tussen de roeden. Naast de deur prijkt een gevelsteen met de naam van de villa in sierlijke letters. “Irma Josepha verwijst naar de namen van de twee dochters van het koppel dat het huis liet bouwen,” verklaart Gilbert.
Ambachtelijk werk
De villa werd in 1929 gebouwd op vraag van de ouders van de nonkel van Gilbert, die toen ook al op de Grote Baan woonden. “De vader van het gezin was brouwer en had zijn drankenhandel gevestigd aan de overzijde van de straat. Er reed hier toen ook nog een stoomtram,” zegt Gilbert. De Grote Baan zag er toen wel anders uit, met voornamelijk eenvoudige arbeidershuisjes van de werknemers van de steenfabrieken langs het kanaal. De villa moet toen ook al veel bekijks gehad hebben. René De Vel voorzag de villa van een omheind voortuintje en een ruime tuin achteraan. Oude foto’s uit het familiealbum van Gilbert tonen dat in de tuin vroeger ook een vijver met een bruggetje in cementrustiek aanwezig was. Cementrustiek of “rocaille” was een techniek die heel erg opkwam in die periode in onze regio, met dank aan de firma’s Janssens en Geysels uit Westmeerbeek die verschillende tuinen en parken decoreerden. Bij deze techniek wordt een laag cement aangebracht op een ijzeren draagconstructie en wordt het cementoppervlak vervolgens bewerkt in de vorm van rotswerk en boomstammen om het een romantische look te geven.
Ook binnenin werd aandacht besteed aan een decoratieve afwerking van het interieur. In de inkomhal ligt een vloer van versierde cementtegels en de muur van de traphal is bekleed met Lincrusta. Deze techniek was overgewaaid uit Engeland en bestond erin om een mengsel van houtmeel, krijt, paraffine, vernis, pigment en lijnolie op sterk papier of linnen te persen zodat een stevig behang met reliëf ontstond. De glasramen zorgen voor een interessant licht- en kleurenspel.
Uitdagingen voor de toekomst
Op enkele kleine verbeteringswerken na, bevindt het huis zich nog in originele staat. De woning is intussen al bijna 100 jaar oud, maar Gilbert heeft nooit behoefte gehad om te verbouwen. “We hebben het altijd willen houden zoals het was.” Het meest bijzonder aan het huis vindt hij de Engelse invloeden, die niet enkel tot uiting komen in de architectuur, maar ook in de ambachtelijke decoratietechnieken. “De grootste uitdaging voor erfgoed lijkt mij de vakkennis die nodig is om te restaureren. Niet zomaar iedereen kan die materialen herstellen of vernieuwen.” Gilbert is ervan overtuigd dat de villa Irma Josepha een meerwaarde vormt voor het straatbeeld en het dorpscentrum van Ravels. Een raad die hij daarom zou willen meegeven aan andere eigenaars is “als je het je kan permitteren, moet je restaureren”.
Auteur: Charlotte Delannoye