De archeologen van de Archeologische dienst Antwerpse Kempen (AdAK) onderzochten het gebied bij de Beekakkers in Beerse. In totaal vonden ze 718 archeologische resten.
Bewoning en bronzen offers aan Beerse Beekakkers
De archeologen vonden voornamelijk resten van woningen. Naast de restanten van huizen hebben ze ook opslagplaatsen, waterkuilen en kuilen gevonden. Deze komen uit een periode die de archeologen late bronstijd en vroege ijzertijd noemen, ongeveer tussen 1100 en 500 v.Chr. Na de vroege ijzertijd leek het erop dat er niemand meer op die plek woonde. Het is pas rond 1200 dat ze het gebied terug gebruiken als akker- of weiland.
Op de Beerse Beekakkers-site deden de archeologen een buitengewone ontdekking: een verzameling bronzen objecten in een kuil, wat archeologen een ‘bronsdepot’ noemen. Deze waardevolle vondst wordt gedateerd tussen 750 en 600 v.Chr., tijdens de vroege ijzertijd. In dit bronsdepot vonden ze twee bijzondere bijlen en twee enkelbanden. Deze behoren tot het type ‘Hohlwulstringe’, en zijn oorspronkelijk afkomstig uit het Noorden. De objecten waren zo kostbaar dat ze niet zomaar werden achtergelaten. Waarschijnlijk maakte dit deel uit van een soort ritueel, bij het verlaten van de woonst, om geluk te vragen voor hun nieuwe huis. Op de Beekakkers zijn nog twee vergelijkbare kuilen aangetroffen. In deze kuilen lieten de toenmalige mensen een bijl en een steen om graan te malen achter. Daarnaast vonden de archeologen ook nog 1073 stukjes aardewerk.
Kokerbijlen en enkelbanden
Twee kokerbijlen en enkelbanden of Hohlwulstringe afkomstig uit een bronsdepot, verzameling van bronzen voorwerpen, opgegraven nabij Beerse Beekakkers. Ze dateren uit de vroege ijzertijd (750-600 v. Chr.). Een kokerbijl, een bijl met een cilindervormig boveneinde, kent een wijde verspreiding in Midden- en Noord-Europa. De enkelbanden zijn vermoedelijk ter plaatse gebroken en verwrongen zodanig dat deze in de kuil passen of ze waren onderdeel van het verlatingsritueel. Dit is een ritueel waarbij de voorwerpen van de vorige bewoners begraven werden om het geluk van de nieuwe te garanderen. Deze Hohlwulstringe kennen hun oorsprong in het Hoge Noorden en zijn verspreid over Midden- en Noord-Europa.
De kokerbijlen en enkelbanden tijdens de opgraving
Tijdens de opgraving is het bronsdepot is gevonden als één geheel. Om de objecten in beeld te brengen, en niet direct te starten met de restauratie, hebben ze röntgenfoto’s gemaakt van het object. Bovenstaande foto toont de toestand tijdens de opgraving. Het linker filmpje toont de röntgenopnamens.
Maalsteen
Volledige maalsteen opgegraven tijdens de opgraving aan Beekakkers in Beerse. De maalsteen dateert uit de ijzertijd (800-50 v. Chr.). Men gebruikte een maalsteen om graan of ander materiaal te malen. Deze bestaat uit een ligger (onderaan) en een loper (bovenaan). Het is geen draaiende maalsteen, wat wil zeggen dat men zelf de steen moest rondbewegen om de granen te malen. De steen bestaat uit zandsteen.