Huisvestingsmaatschappij De Ark bestaat dit jaar een eeuw! 100 jaar geleden werd de voorloper Turnhoutse Maatschappij voor Goedkope Woningen opgericht met als doel kwaliteitsvol en betaalbaar wonen mogelijk maken. We zetten deze zomer enkele van de wijken met erfgoedwaarden in de kijker.
Wederopbouw
Net zoals in de jaren 1920 was er na de Tweede Wereldoorlog een grote nood aan woningen. Ook voor Turnhout betekende de periode na de oorlog één van grote bouwwoede. Krottenwijken werden opgeruimd, akkergebied buiten het centrum werd aangesneden en verschillende wijken werden opgericht volgens de heersende bepalingen van comfort.
Hoewel vooral vanaf 1950 de sociale woningbouw massaal op gang kwam, startte de Turnhoutse Maatschappij voor Goedkope Woningen al vlak na de oorlog met de bouw van de wijk Stokt. De plannen om aldaar een krottenwijk op te ruimen waren eind jaren 1930 al getekend. Eén van de laatste houten noodwoningen kan je op onderstaande foto zien, net als enkele woning van de wijk Stokt die reeds gebouwd waren. Zo’n 70 jaar later zijn deze woningen vervangen door nieuwbouw.
Traditioneel
Kenmerkend aan de naoorlogse volkswijken is de eenvoudige architectuur. Bijna alle woningen zijn opgetrokken uit baksteen met een pannen zadeldak. Decoratieve elementen zijn beperkt, zoals breukstenen of arduinen deuromlijstingen. Voortuintjes sierden de wijken. Ondanks de zeer uniforme aanblik werden vaak verschillende types woningen gebouwd om verschillende types van gezinnen een gepaste woning aan te bieden. Je ziet gelijkaardige woningen als de wijk Stokt ook verschijnen in de wijk Begijnenstraat, wijk Veldekens-, Jachthoorn- en Valkenierstraat en wijk Broekstraat.
Volksdevotie
Uiteraard konden in het katholieke Vlaanderen kapelletjes niet ontbreken. Zowat elke wijk kreeg zijn eigen stenen pijlerkapelletje, dat door de bewoners van de wijk werd onderhouden en versierd.
Lees hier ook de andere berichten uit de reeks. Het eindrapport van de inventarisatie sociale huisvesting met erfgoedwaarden kan je hier vinden.