Intro
Als je niet weet waar de woning Schellekens staat, rijd je er makkelijk aan voorbij. De woning is letterlijk een verborgen parel. De woning ligt met zijn kopse kant tegen de straat en wordt afgeschermd door een rij bomen. De echte eye-catcher is de westgevel die door middel van steunberen is opengewerkt met grote glaspartijen. Het geheel doet een beetje denken aan het paviljoen in het Middelheimpark in Antwerpen of aan een geraamte, zoals ook eigenares Anne-Marie aanhaalt. Hier in hartje Hoogstraten heerst een instant vakantiegevoel.
Voorliefde voor het modernisme
Anne-Marie en Jan zijn intussen al 9 jaar trotse eigenaar van deze woning. “We vonden modernistische woningen altijd al zo mooi en hadden altijd gezegd dat we op onze oude dag een dergelijk huis wilden kopen.” Dat ze dit zouden vinden op booglengte van hun vorige adres, kwam wel als een verrassing, getuigt Jan. “Ik woon al heel mijn leven in Hoogstraten en deze woning was mij nog nooit opgevallen. Om deze woning te vinden zo dichtbij, maakt het dan nog extra speciaal. We hebben heel veel moeite gedaan om deze woning te kunnen kopen, zo dolverliefd waren we op het huis.”
De woning dateert uit 1971 en is een ontwerp van Renaat Braem, een gerenommeerd architect die stage volgde bij Le Corbusier en vervolgens deze vernieuwende inzichten toepaste in België. Hij werd zo één van de belangrijkste figuren van het modernisme en ook een inspiratie voor onze eigen architecten van de Turnhoutse School. Hij wordt in eigen land niet enkel geprezen omwille van zijn bouwkundige realisaties, maar even goed door zijn kritische blik op architectuur en stedenbouw.
Een flexibel maar weloverwogen plan
De woning zit heel ingenieus in elkaar en de oppervlakte van het perceel is optimaal benut. Anne-Marie en Jan kochten de woning van de opdrachtgever, Jozef Schellekens. “Hij gaf gelijktijdig met Braem les aan de universiteit van Brussel. Het is gebouwd als een budgetwoning. De enige eis van Schellekens was dat het organisch moest zijn, verder heeft hij Braem vrij spel gegeven.” Het futuristische eerste ontwerp waarbij de woning is opgevat als een ellips, haalde het uiteindelijk niet. In het gerealiseerde tweede ontwerp koos Braem voor een constructie in baksteen, beton, glas en hout. Het plan is opgebouwd in twee zones met daartussen een smalle hal.
De woning is pal tegen de oostelijke perceelsgrens aan gebouwd om een zo groot mogelijke tuinoppervlakte te creëren.De tuingevel is volledig opengewerkt om het contact tussen de architectuur en de natuur te accentueren. De tuinaanleg met hagen en bloemenborders, een terras met zandbak en een grasveld is een ontwerp van architect Frans Geerts. Ook Geerts is geen onbekende naam. Hij liep stage in Denemarken en greep ook later in zijn praktijk in de Kempen terug naar de Deense functionele levenswijze.
De indeling en vormgeving van de woning getuigt eveneens van een functionalistische opvatting. Wanneer de zon schijnt, baadt het hele huis in het licht. “Zelfs door het kleine raampje in het dak komt precies op de middag het zonlicht binnenvallen.” De woning heeft een open plan met maar heel weinig onderverdelingen. De grote leefruimte is gesitueerd langs de tuinzijde. Achter de kubusvormige haard met drie prominente schouwpijpen bevindt zich de studeerkamer. De trap geeft toegang tot een duplexverdieping. Verder bevinden alle kamers zich op hetzelfde niveau. De leefruimte en de slaapkamers zijn van elkaar gescheiden door een wand met ingebouwde kleerkasten en een boekenkast tussen bakstenen pijlers. Met een beetje verbeelding lijken de pijlers opnieuw op de ribben van een geraamte.
De boekenkast kan gedraaid worden om weer een nieuwe dynamiek in het huis te creëren en de ruimte te compartimenteren. Ook in één van de slaapkamers is dit principe toegepast. Vandaag gebruikt het gezin deze onderverdeling niet meer, anders zouden de kamers piepklein zijn. “Jozef Schellekens had drie kinderen. Daarom is de indeling flexibel gehouden, voor wanneer ze uit huis zouden gaan.”
Respect voor de architect
De woning is in 1976 uitgebreid met een kantoor en de ramen aan de oostgevel werden door de vorige eigenaars vervangen, verder is het gebouw onaangeroerd gebleven. Dat zal voorlopig ook zo blijven. Jan heeft enorm veel respect voor het architecturaal ontwerp en de schoonheid van het gebouw: “Wie zijn wij om aanpassingen te doen? We kunnen het niet beter dan de architect.” “Veranderen zou zonde zijn, het was zo bedoeld en het is perfect zoals het is. Ontwerpen zoals deze moeten behouden blijven, vind ik,” vult ook Anne-Marie aan. Dat de woning is beschermd als monument zien ze enkel als voordeel: “We kunnen gebruikmaken van subsidies en het geeft de garantie dat het huis blijft bestaan in de toekomst.”
Wat ze het meest bijzonder vinden aan het huis is de structuur, de openheid en het licht: “Het leuke aan het huis zijn de hoekjes en kantjes, de witgeschilderde muren en de lichtinval. Ook het gevoel van samenhorigheid door het open plan. Je hebt contact met iedereen in het huis.”
Het advies dat ze aan andere eigenaars van modernistische panden zouden meegeven is om vooral dankbaar te zijn: “Geniet dagelijks van de schoonheid, de zeldzaamheid en de architectuur.”
Auteur: Charlotte Delannoye