Archeoloog Wim Tiri werkt als vrijwilliger in ons onroerenderfgoeddepot. In de reeks ‘Ondergrondse geheimen’ deelt hij zijn grote en kleine ontdekkingen.
De Augustusfoor in Turnhout loopt op zijn einde. Weldra zullen de vele attracties worden afgebouwd en blijft de afval achter. Dit was vroeger ook zo. Uit de opgraving Jacobsmarkt aan de Warandestraat komen verschillende kapotgeschoten ‘mannekes pis’ uit een schietkraam, allicht daar weggegooid op de site van de in 1899 gesloten drukkerij Glénisson.
De schietkramen verschenen op de kermissen in het derde kwart van de 19de eeuw. Tot dan werd voornamelijk geschoten met de handboog. Vanaf ca. 1865 gebeurde dit ook met de luchtbuks of flobert. Er waren verschillende types schietkraam, zoals de Tir bouteilles, Tir tunnels, Tir mécanique en Tir flobert. Het grootste verschil tussen al deze schietkramen was het doel waarop geschoten werd. In de Tir bouteilles werd er geschoten op glazen flessen; in de Tir tunnels werd er dan weer door een lange pijp geschoten op een roos; en in de Tir mécanique werd gemikt op bewegende en ronddraaiende doelen uit blik en metaal. In de Tir flobert werd er gevuurd op pijpjes en ‘mannekes’.
De Tir flobert benadert nog het best het schietkraam van vandaag: een open barak met daarin rijen pijpjes en figuurtjes gemaakt uit pijpaarde (dit is een fijne ijzerarme en daardoor witbakkende kleisoort die vooral gebruikt werd voor de productie van rookpijpen). De gevonden ‘mannekes’ zijn pijpaarden figuurtjes die als schietdoel dienden in het schietkraam. Deze hebben onderaan een gaatje waarmee ze over een ijzeren staafje op de schietstand werden geschoven. De ‘Mannekes’ danken de naam aan hun meeste gekende verschijningsvorm: het manneke pis of de pisseur. Naast menselijke figuurtjes waren er ook dierenfiguren, schijfvormige sterren en rozetten.
In de schietkramen werd er ook op pijpjes geschoten. Net als vandaag werden hiervoor pijpensteeltjes gebruikt, maar waren ook volledige pijpen populaire schietdoelen. Deze pijpjes werden net als de ‘mannekes’ en de rokerspijpen in de mal gemaakt waardoor ook reliëfdecoratie mogelijk werd. Schietkraamkeramiek was een bijproduct van de pijpenbakker tijdens de late 19de en 20ste eeuw. Handelscatalogi tonen aan dat producenten zoals Remy (Hilgert, Duitsland) en Job Clerc (Saint-Quentin-la-Poterie, Frankrijk) ‘mannekes’ op de markt brachten. Dichter bij huis waren er De Bevere uit Kortrijk en Heurter en Leonard uit Andenne.
De ‘mannekes’ uit Turnhout kunnen volgens de typologie van Van Herck herkend worden als type ‘M1A pisseur type 1 (bol)’. Het figuurtje is mooi uitgewerkt waarbij de navel, vingers en teentjes duidelijk te herkennen zijn (de hoofdjes ontbreken helaas). De oorspronkelijke lengte bedroeg ongeveer 85mm. Gezien deze ‘mannekes pis’ gebaseerd zijn op het gekende Brusselse beeldje, kan de productie van deze geplaatst worden in België, vermoedelijk in Andenne of Kortrijk omstreeks 1900.
Info voor bij de afbeeldingen (van links naar rechts):
- Schietkraam tijdens een Vlaamse kermis ingericht door Lyra T.S.V. (Lier), ongedateerd (foto beeldbank Archief Lier – https://collecties.kempenserfgoed.be/archief-lier-beeldbank/object/sli001027770?id=609944276)
- Bladzijde uit de verkoopscatalogus van de firma Job Clerc (Saint-Quentin-la-Poterie, Fr.) met pijpjes en schijven voor schietkramen, ongedateerd (vermoedelijk begin 20ste eeuw) – https://www.tabakspijp.nl/archief/archief-catalogi-fabrikanten/frankrijk/ – http://anyflip.com/dpcc/npow/
- De ‘mannekes’ uit de opgraving Jacobsmarkt, Turnhout – depotnummer 2009-073-2630