We geven hieronder een overzicht in cijfers van wat er in de gemeenten Baarle-Hertog, Beerse, Kasterlee, Oud-Turnhout, Turnhout en Vosselaar in 2019 rond archeologie gebeurd is.
Zoeken in de regio
Al sinds 2003 volgt Erfgoed Noorderkempen, toen nog onder de naam Archeologische dienst Antwerpse Kempen (AdAK) archeologische onderzoek in onze regio op. Het boek ‘Vondsten Vertellen’ uit 2013 belicht veel van de opgravingen die AdAK met zijn projectteams uitvoerde. Tot en met die tijd deden we zelf dus ook onderzoek, maar geleidelijk aan maakten we de shift naar het ondersteunen van archeologische studiebureaus en bouwden we ons eigen team af. Met het in voege treden van het hoofdstuk archeologie van het Onroerend Erfgoeddecreet van 12 juli 2013 op 1 juni 2016 kwam de archeologie sector op kruissnelheid.
In 2015 werd AdAK binnen Erfgoed Noorderkempen omgevormd tot een intergemeentelijke onroerend erfgoeddienst (IOED) en de 7 aangesloten gemeenten kregen in 2016 van Vlaanderen de erkenning als onroerenderfgoedgemeente (OEG). Onze jarenlange ervaring en expertise rond archeologie wordt blijvend ingezet omdat begin 2017 deze gemeenten bevoegdheden met betrekking tot het archeologietraject overnamen van Vlaanderen. Daar bovenop bouwt Erfgoed Noorderkempen samen met de stad Turnhout sinds 2016 ook aan het Erfgoeddepot Noorderkempen waar alle archeologische vondsten uit de 11 gemeenten gedeponeerd kunnen worden, inclusief Arendonk, Hoogstraten, Merksplas en Ravels dus.
Wat gebeurde er in 2019?
Sinds 2016 evalueert het agentschap onroerend erfgoed de effecten van de Vlaamse archeologieregelgeving. Dat gebeurt op basis van cijfers, analyses en interpretaties. De resultaten van het afgelopen jaar zijn vanaf nu beschikbaar in de onderzoeksrapporten “Evaluatie archeologie 2019” en “Kenniswinst archeologie 2019”. We gaan even dieper in op wat er in onze regio gebeurde het afgelopen jaar.
Er werden 93 aparte archeologische projecten opgevolgd door de IOED. Zo’n 46 van de archeologische projecten zijn door erkende archeologen uitgevoerde bureauonderzoeken. Dit wil zeggen dat ze voor de opmaak van een archeologienota niet op terrein gaan, maar vanaf hun computer oa. kaarten bekijken en zo een analyse maken van het projectgebied. In het kader van de uitvoering van het zogenaamde ‘programma van maatregelen’ van reeds in het verleden bekrachtigde archeologienota’s werden zo’n 7 booronderzoeken gedaan en zo’n 23 proefsleuvenonderzoeken. Dit leidde voor 2019 tot zo’n 33 dossiers waarin vervolgonderzoek nodig was. Zo werden er onder meer ook 9 opgravingen uitgevoerd. De IOED was zelf ook betrokken bij 5 projecten waarin de ontsluiting van archeologische resultaten naar voren komt. Zo liep in het begin van 2019 nog de tentoonstelling ‘Alles uit de kast’ in Kasterlee.
In het Erfgoeddepot Noorderkempen werden 16 archeologische ensembles gedeponeerd. Dit wil zeggen dat zowel het opgravingsarchief als de vondsten voor de toekomst bewaard blijven in het depot. In totaal zitten er nu zo’n 447 ensembles in het depot. Een groot deel ervan werd herverpakt door 2 jobstudenten voor verhuis naar de nieuwe depotruimte in 2020. Alles over deze recente verhuis kan je nalezen in de blogpost van collega Yotti.
Kijken onder de grond
Vooronderzoeken
In alle gemeenten zijn – voortvloeiend uit reeds opgemaakte archeologienota’s – booronderzoeken en prospecties met ingreep in de bodem uitgevoerd. Deze laatste zijn beter gekend als ‘proefsleuvenonderzoeken’ waarbij men met een kraan lange sleuven trekt. Soms stopt het onderzoeksproces ook na de boringen, wanneer blijkt dat het terrein reeds verstoord is. Bij 5 van de 23 onderzoeken zijn bij de prospectie met ingreep in de bodem sporen van vroegere bewoning vastgesteld. De opgelegde opgravingen in het programma van maatregelen in al deze nota’s werden ook reeds in 2019 uitgevoerd.
Opgravingen
Er zijn 9 opgravingen uitgevoerd. Twee opgravingen vallen te catalogiseren onder ‘werfbegeleiding’. Het gaat om een begeleiding na sloop in Turnhout in de Herentalsstraat en een begeleiding op een elektriciteitstracé van Elia te Beerse in de Vaartstraat ter hoogte van een bunker uit WO I. Beide werfbegeleidingen leverden geen resultaten op.
Het grootste uitgevoerde onderzoek is dit in Beerse aan de Leemstraat. Hier werd een woonverkaveling van 1,8 ha bijna volledig vlakdekkend opgegraven. Hierbij zijn resten van nederzettingsterreinen aangetroffen, die vooralsnog globaal te dateren zijn in de vroege middeleeuwen en de volle middeleeuwen.
De nederzetting uit de 10de-12de eeuw na Christus sluit aan bij de nabijgelegen opgraving Beerse-Beukenlaan, die door AdAK is onderzocht in 2010. Het gaat hier echter duidelijk om andere erven met een meer plaatsgebonden karakter, waarbij de bootvormige boerderij en bijhorende schuur verschillende malen ter plaatse is herbouwd.
De bewoning uit de vroege middeleeuwen bestaat uit een aantal rechthoekige plattegronden van boerderijen met bijhorende bijgebouwen.
Meest opmerkelijke vondst was een pottenbakkersoven uit de Karolingische periode (725-900 na Chr.). Onderaan deze oven bevonden zich nog tal van volledige potten, die hier achtergebleven zijn na het instorten van de ovenkoepel. Het aardewerk in de oven is gemaakt met lokale klei, die hier dagzoomt. De vormen zijn echter nagemaakt naar het voorbeeld van het populaire aardewerk uit het Rijnland, onder meer uit Badorf. Daarnaast komen echter ook nog potten in een typisch lokaal handgemaakt baksel voor.
De vondst van deze oven was op zich geen verrassing: bij de opgraving naar aanleiding van een kleine verkaveling op het naburige terrein werd een vergelijkbare oven met identieke potten teruggevonden. Uit dateringen bleek dat deze in het begin van de Karolingische periode te dateren is. De vorm van de oven is ook identiek aan deze in het Rijnland. Was het een plaatselijke pottenbakker, die de concurrentie aanging? Het vergelijkend onderzoek van beide ovens kan ons nog heel veel leren!
Te Kasterlee werden 2 opgravingen uitgevoerd. Eentje in Tielen aan de Kemelbeekstraat leverde sporen op die terug gaan tot in de 16de-17de eeuw na Christus. In deze periode was binnen de grenzen van het projectgebied een deel van een landelijke nederzetting aanwezig die op zijn minst bestond uit twee éénschepige (bij)gebouwen en één tweeschepig (bij)gebouw. Verder waren een groot aantal paaltjes aanwezig waarin geen structuur kon worden herkend. Ook drie kuilen kunnen aan deze periode worden toegeschreven.
Verder was er nog een vlakdekkend onderzoek in Lichtaart Kattenhagen op twee niveaus. In beide vlakken vond men sporen daterend van de vroege middeleeuwen tot de postmiddeleeuwen (725-1850 na Christus). Ook trof men er verschillende losse vondsten uit de metaaltijden (2000-50 voor Christus) aan.
Voor de ontwikkeling van een verkaveling aan Opstal te Oud-Turnhout was een vlakdekkende opgraving noodzakelijk. Bij het vooronderzoek werden al twee zogenaamde ‘klokbekers’ teruggevonden van zo’n 4000 jaar oud. (Foto: J. Verrijckt) Bij de opgraving bestond het merendeel van de gevonden boerderijen uit een bewoningsfase op de overgang tussen de Merovingische en Karolingische periode (650-850 na. Chr) en een boerderij uit de volle middeleeuwen. Verder werd de rand aangesneden van een hoevesite waar zich ook een pottenbakkerij bevond, getuige de grote hoeveelheden aardewerk die in de omringende grachten en waterputten zijn gestort. De opensleufdag op 11 november werd door 285 mensen bezocht!
Daarnaast werd in Oud-Turnhout ook een opgraving met wetenschappelijke vraagstelling uitgevoerd aan de Nadorst 50. In het kader van de sloop van de hoeve Nadorst is door de gemeente een bouwhistorisch en archeologisch onderzoek van de site opgelegd als randvoorwaarde. Op basis van het bouwhistorisch onderzoek werd beargumenteerd dat de authenticiteit van de huidige gebouwen nog beperkt bewaard was. Tijdens het archeologisch onderzoek bleek echter duidelijk dat deze hoeve op de grondvesten stond van een oudere voorganger uit de 17de-18de eeuw na Christus, die op zijn beurt terugging op houten boerderijen vanaf de 16de eeuw.
In het kader van een bouwproject aan de Hoogstraatsesteenweg te Rijkevorsel werd een kleine opgraving uitgevoerd. Hier zijn sporen van bijgebouwen uit de ijzertijd (800-50 voor Christus) en de rand van een erf uit de middeleeuwen gevonden.
In Turnhout zijn er 2 opgravingen uitgevoerd, beiden voor bouwprojecten in de Herentalsstraat. Deze bevinden zich in de afgebakende archeologische zone van de historische stadskern van Turnhout. In één geval betrof het louter een werfbegeleiding die hierboven al werd aangehaald waarbij voornamelijk verstoringen werden vastgesteld. In het andere geval was het een opgraving van een deel van het terrein gevolgd door een werfbegeleiding bij de start van de werken. Daarbij zijn sporen van de nieuwste tijd (1500-1850 na Christus) tot het begin van de laatmiddeleeuwse (1200-1500 na Christus) stadsontwikkeling van Turnhout teruggevonden.
Van al deze opgravingen worden momenteel de eindrapporten nog afgewerkt door de archeologische studiebureaus. Wil je meer weten over de resultaten en vondsten? Neem dan contact met ons op!