Wim Tiri werkt als vrijwilliger in ons onroerenderfgoeddepot. Hij onderzocht vondsten van opgravingen in Turnhout en vertelt meer over historische braad- en bakpannen (en voor de lekkerbekken onder ons: over pannenkoeken!).
De braad- of bakpan
In de huidige keuken is de braad- of bakpan haast niet meer weg te denken. Ook onze voorouders hadden zulke pannen. Ze worden dan ook bij opgravingen vaak in afvalcontexten aangetroffen.
Braadpannen met steel in grijsbakkend aardewerk komen reeds voor op het einde van de 12de eeuw. Vaak is de bodem bolvormig en de steel hol. In deze holte kon een stok worden gestoken om zo de (korte) steel te verlengen waardoor de pan in het vuur kon geplaatst worden zonder zich te verbranden.
In alle vormen
In de loop van de 13de eeuw verschijnen de eerste braadpannen in roodbakkend aardewerk, aan de binnenzijde voorzien van glazuur. Deze pannen hebben nog steeds een bolle bodem en een hol handvat. Maar steeds meer komen er nu ook modellen voor met een plat afgerond handvat. Langzaam ontwikkelt de steel zich van plat naar eerder slank en toegevouwen (geprononceerd). Ook worden de pannen groter en zwaarder. Soms hebben de pannen ook drie pootjes of standvinnen, maar dit is eerder uitzondering. Ook krijgen ze meer en meer een schenklip. In de 15de eeuw verschijnen de eerste steelkommen, een tussenvorm van de kookpotten en de steelpannen. Deze hebben een relatief kleine diameter en zijn hoger dan de braadpannen. Pannen in aardewerk komen vooral voor in de 15de en de 16de eeuw, in de loop van de 17de eeuw nemen ze in aantal sterk af. Allicht is dit een gevolg van dat deze meer en meer in metaal (zoals koper of messing) worden gemaakt.
Mmm, pannenkoeken
De bakpannen werden gebruikt om pannenkoeken, eieren of andere gerechten in te bakken. Vlees werd vroeger haast steeds aan het spit geroosterd. Ze stonden in het open vuur, vaak op een metalen driepoot. De onderzijde van de pannen is daarom bijna altijd zwart beroet.
Een recept uit ‘De Verstandige Kock of sorghvuldighe huys-houdster’ uit 1667:
Om Groeninger Pannekoeken te backen:
Neemt een pont Terwen-meel/ drie Eyeren / een vierendeel Korenten / en wat Caneel /dit soo in Boter vet gebacken / is goet.
Om gemeene Pannekoeken te backen:
Neemt tot yder pont Tarwen-meel een pintje soete Melck en 3 Eyeren / sommige doen daer wat Suycker in.
Om de beste slagh van Pannekoecken te backen:
Neemt 5 of 6 Eyeren kleyn geklopt / met schoon stroomwater / doet’er dan by Nageln / Caneel / Foelie en Notenuskaet / met wat Sout / beslaet’et dan met Tarwen-meel / soo dick als ’t u blieft / backtse en stroytse met Suycker: ’t wordt met stroom-waeter gedaen / om datse met Melck of Room tay worden.
Smakelijk!
Lees alle andere berichten van Wim en het Erfgoeddepot Noorderkempen hier.